In de bouwregelgeving worden zorgwoningen niet langer uitgezonderd van de verplichting om een buitenruimte te hebben. Dat betekent dat alle nieuwe woningen met een zorgfunctie die groter zijn dan 50 m2 standaard ook een buitenruimte zoals een balkon moeten krijgen. Voor kleinere woningen mag dit een gemeenschappelijke buitenruimte zijn. Dat schrijft minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) onlangs in een brief aan de Tweede Kamer.
In 2015 werden woningen met een zorgfunctie, zoals aanleunwoningen, uitgezonderd van de verplichting om nieuwe woningen met buitenruimte op te leveren. De gedachte was dat bij deze woningen niet altijd behoefte is aan een buitenruimte en dat de opdrachtgever de afweging zelf goed kan maken. Na bezwaren van cliëntenorganisaties vroeg de Tweede Kamer aan de minister of de uitzondering nog langer gewenst is.
Voor cliëntenorganisaties staat voorop dat buitenruimtes belangrijk zijn voor de gezondheid en kwaliteit van het leven van de bewoners. In de praktijk worden de meeste woningen met buitenruimtes opgeleverd. Maar omdat zorgwoningen voor lange tijd gebouwd worden en de bewoners en de doelgroep kunnen veranderen, kan een opdrachtgever niet altijd goed vaststellen of een buitenruimte wel of niet gewenst is.
Met het schrappen van de uitzonderingssituatie komt de buitenruimte weer standaard terug in woningen met een zorgfunctie. De minister brengt de maatregel in procedure door een wijziging van het aankomende Besluit Bouwwerken Leefomgeving.